Ik ben aan het werk met mijn kinderportret van Sem. Ik wil de achtergrond intuïtief laten ontstaan, iets met treintjes..en dat is zo makkelijk nog niet. Dus veel kijken, afstand nemen en treuzelen. Ik heb geleerd dat juist dat treuzelen een goede strategie is, als het gaat om intuïtief. Dat hoofd uitschakelen, rommelen.

Sem in wording (..zie je de pastelstreepjes..)

Ik was op zoek naar het hoogste wit. Dat is een speciaal krijtje wat ik pas op het allerlaatst gebruik. Van Daniel Greene leerde ik dat wit dan ook nog even met de punt van je tong nat te maken. Dan wordtie nóg witter. Ik heb het nodig voor de lichtjes in de ogen en ik doe het pas op het allerlaatst..daar was ik nog niet aan toe maar het was onderdeel van het treuzelen en afstand nemen, even kijken..

Ik rommel in mijn atelier-laatjes en vind een sigarenblikje, zoals ik er zoveel heb. Erfenis van oma, die alles en nog veel meer bewaarde in de sigarendoosjes, -kistjes en -blikjes van opa. Want de oorlog meegemaakt, arm op de boerderij opgegroeid en dan gooi je niks weg. Want voor je weet maar nooit, en alles kun je tenslotte tot het laatste stukje gebruiken. Moet je nu om komen. Dat doen wij niet meer.
Het blikje zit in mijn laatje dus ik heb het al eens in handen gehad. Maar als ik het openmaak stokt mijn adem.

Schoolbordkrijtjes, kleermakerkrijtjes, een oud potloodje met nog een scherp puntje, een oud gummetje en een pastelkrijtje..

Mijn inspiratiekrijt, de oude krijtjesdoos van oma (klik op de foto, dan kun je de kleuren lezen..misschien wel ruiken)

Van haar erfde ik het oude Talens doosje met de haast nog onaangetaste pastelkrijtjes. Ze fascineerden mij maar ik wist jarenlang niet wat er mee aan te vangen. En de Teekendoos, met 2 ee’s, van de dochters. De 3 dochters die daarmee kleurden, de gebruikte pastelkrijtjes.

Hier ligt mijn basis voor de liefde die nu mijn bestaan is en mijn leven zinvol maakt en beheerst: het pastelkrijt. Met mijn vingers voel ik.
Als je alles maar lang genoeg gebruikt en bewaart gaat het er kennelijk hetzelfde uitzien. Je zou zeggen, krijtjes en steentjes, maar nee. Mijn gevoelige vingers, mijn kapitaal, voelen blind wat wát is.
Ik denk aan oma, die ‘s nachts de jurken voor de 3 dochters naaide, met de hand. Overdag was ze zakenvrouw in de kachel- en fietsenwinkel van haar en opa, en moeder.

Dit kleine sigarenblikje van 10 bij 4,5 centimeter herbergt een schat. Het levensverhaal van oma, mijn jeugdherinneringen en mijn basis op de één of ander manier..
Het pastelkrijt.
Van oma, naar wie ik vernoemd ben. Die over mij waakt.
Ik ben klaar met werken voor vandaag.
Een mooier kado kon ik niet krijgen.